Vervolg, na terugplaatsing thuis
Na 3 jaar in een setting, is het zover. W wordt weer thuisgeplaats. De afgelopen periode waren erg belastend en verliepen niet zonder problemen. De hulpverlening lijkt er erg op gebrand te zijn, dat je als verzorgers / ouders werkelijk jezelf volledig moet gaan veranderen. Dit is een onmogelijke opgave, want de buitenwereld kun je als eenling ook niet veranderen. Alle probleemsituatie die zich thuis voor deden, werden nagenoeg van de hand gedaan. Tja, bij de setting werden deze gedragingen niet waargenomen en dus ook als onwaar betiteld. Triest. Na elk bezoek aan thuis (iedere 14 dagen een weekend) kon W. weer opladen voor de leefgroep. Wij hadden zeker geen leuk weekend. W. was slecht benaderbaar en absoluut niet in staat om op enigerlei zelfstandig te handelen. Wij kregen sterk de indruk, dat de terugplaatsing van W. tot stand is gekomen, doordat de setting niet verder met hem kon. Tegen W. werd gezegd, als bij zich thuis niet zou gedragen, hij niet naar huis mocht. W. wist zich perfect aan te passen om zijn doel te bereiken.
Bij terugplaatsing heeft W. zich voor 5 weken perfect gedragen. Op het moment dat de zekerheid van school bekend was, was het oude gedrag van W. weer een feit. Alsof hij nooit weg was geweest. Het gedrag was exact gelijk aan het gedrag van 3 jaar geleden. Dus ook geen voortgang in ontwikkeling. Hij gedroeg zich als een 8 jarige, terwijl hij bijna 12 was. De zogenaamde nazorg sloeg ook nergens op, want onze signaleringen werden in de wind geslagen. De school waar hij naartoe ging, was een SBO school. Dit zou betekenen meer hulp dan op een reguliere school. Helaas onvoldoende voor W. Binnen een half jaar waren zijn schoolresultaten van goed naar onvoldoende. Ondanks de vele gesprekken op school, verbeterde deze resultaten maar matig. De cito toets werd ver beneden zijn niveau gemaakt. In groep 7 scoorde hij HAVO niveau, in groep 8 nog maar VMBO niveau. Gelukkig kijken de scholen tegenwoordig naar de totale capaciteiten van het kind, waardoor zijn vervolgopleiding niet in het geding kwamen. Alleen de vraag, welke school moet hij heen. Het reguliere onderwijs wilde hem niet, doordat hij te complex in elkaar zit. Na intensief beraad, werd hij Cluster 4 geïndiceerd, maar de betreffende school had een wachtlijst. Wat was er toch aan de hand met W. Waar kwamen deze vreemde gedragingen toch vandaan. Weinig tot geen normaal wederkering contact, geen ontwikkeling in zelfredzaamheid, nagenoeg geen schuldgevoel, geen uiting van emoties en zelfstandigheid liet zwaar te wensen over.. Via de kinderarts kunnen regelen, dat hij wederom onderzocht ging worden. De hulpverlening was weer ingeschakeld, want de toekomst van W. kwam in het geding. Na een periode van 3 maanden, waarbij er gesprekken met W. waren gedaan kwam er een nieuwe diagnose. ADHD met ODD. Hier werden we niet vrolijk van. Door het doorlopende onaangepaste gedrag van W, waren we aan het einde van ons latijn. Uiteindelijk werd W. bij een crisisopvang opgenomen. Wij hadden het helemaal gehad met hem. Volgens de hulpinstantie zouden we tot rust mogen komen. Helaas minder was waar. We werden continue geconfronteerd met allerlei onzinnige vragen, die al waren beantwoord bij de opame. Soms drie dagen achtereen over hetzelfde onderwerp, namelijk zakgeld uitgeven. W. stond op de wachtlijst voor een long stay plek. Uiteindelijk was het zover. Hij kon worden geplaatst. De setting waar hij een plek kreeg, bleek echter helemaal geen long stay en erger nog, binnen zes maanden konden wij hem alweer thuis verwachten. Wij waren woest. De jeugdzorg had wederom gefaald, wanneer het om W. ging. Wij werden weer als onnozelen behandeld en moesten wederom onzelf volledig wegcijferen. Toen kwam de klap op de vuurpijl, W. moest iedere 14 dagen naar huis komen. Belachelijk gewoon. Die ervaring hadden we al gehad, zonder resultaat. Het was zelfs zo erg, dat de zogenaamde oplossing van aanpak identiek waren die in het verleden al waren geprobeerd. Er werd weer niet geluisterd.
De nieuwe school had gelukkig plaats voor W. Hier op kennismaking gegaan. De directrice was zeer begripvol en zat qua gedachtegang op eenzelfde lijn als ons. Na een aantal bezoeken, werd een steeds beter beeld gevormd van W. Zij gaven ons aan, om W. aan te melden bij Centrum Autisme, want de gedragingen waren toch wel die richting op. Dit hebben gerealiseerd. Tevens op advies van school een boek gekocht, welke als handleiding voor kinderen met autisme gebruikt kan worden (geef 'm de vijf). Na het lezen van het boek, leek het erop dat het boek over W. geschreven was. Veel werd duidelijk en het boek gaf ons duidelijk handvatten.
De setting waar W. verbleef, maakten fout op fout. W. heeft namelijk een eetstoornis een een bloedafwijking, waardoor eten en drinken nauwkeuring in de gaten gehouden moeten worden. Helaas werd dit door de setting genegeerd. W. werd ziek, viel flauw en was oververmoeid. Ondanks de vele gesprekken hierover werden wij niet geloofd en moest de kinderarts dit bevestiging. Zelf hierna werd de kinderarts niet geloofd (terwijl zij W. al jaren kent) en werd de eigen kinderarts ingeschakeld. Deze beaamde de bevindingen van ons en de kinderarts. Zij gaf aan, dat W. misschien wel autistisch was, doordat hij eigen lichamelijke signalen niet onderkend. Helaas werd ook deze kinderarts in twijfel getrokken. Doordat de gezondheid van W. ernstige vormen begon aan te nemen en hij in een tijdsbestek van 2 maanden van 36, 8kg afgevallen was naar 33,7kg hebben we ingegrepen. Hij had al 2 weken maag en darmklachten, waar geen actie op ondernomen was. Hij was inmiddels ondervoed en uitgedroogd. Wij waren woedend. Een zogenaamde professionele instelling is niet eens in staat een kind lichamelijk gezond te houden. Bij het terughalen van W. schokken wij van zijn gesteldheid. Hij was zo uitgedroogd, dat zijn huid niet meer flexibele was, hij was een gratenpakhuis en in en in wit weggetrokken. Gezien zijn bloedafwijking (te hoge stolling in het bloed) was dit levensbedreigingd. Te weinig drinken kan resulteren in klontjes in het bloed.
Eenmaal thuis, hebben we er eerst voor gezorgd dat zijn gezondheid in een turbotempo verbeterde. Na één dag was W. zijn inwendige al aanzienlijk tot rust. Door slaapgebrek van de afgelopen maanden heeft hij bijna een week het klokje rond geslapen. Toen alles wat rustiger was geworden hebben wij het boek ter hand genomen en zijn wij samen met W. dagschema's gaan maken. Hij wilde graag helpen. Er was absoluut geen weerstand (ODD is weerstand tegen alles wat word aangeboden), waardoor wij nog meer twijfel kregen over de diagnose. De dagschema's bleken een succes. In plaats van alles te moeten voorkauwen, hoefde we alleen te wijzen op zijn dagschema's. De sfeer in huis is overwegend ontspannen en W. begint heel langzaam aan wat antwoord te geven op vragen. Wat voorheen was, 10 vragen geen enkel antwoord, is nu 10 vragen en 3 tot 4 antwoorden. Dit is zeker ook doordat de school een enorme ondersteuning biedt in de ontwikkeling op sociaal emotioneel gebied. Nu is het nog wachten op de uitslag van het Centrum Autisme, waarna er hopelijk meer duidelijkheid ontstaat over waarom W. zo weinig toegankelijk is en niet volgens de regels ontwikkeld.